Groene Hart rit 2009

Op 6 september was het dan weer zover; helaas was het al de laatste clubrit van dit seizoen en dus daarmee voor mij de laatste rit van dit jaar, aangebroken. Hoewel de datum al lang in mijn agenda gearresteerd stond, kwam de convocatie met het verzoek in te schrijven een week eerder; daarmee toch wellicht wat aan de late kant.

Omdat ik het altijd leuk vind om vanuit het ‘verre’ Zwolle met meerdere auto’s op te rijden heb ik natuurlijk ook mijn oud buurt/straatgenoot Dick van Enk gepolst en ook zeker niet te vergeten Ronald Emons, aan wie ik onder andere alweer 17 jaar Stag genot te danken heb. Beiden vonden eigenlijk ook dat ze niet konden ontbreken en schreven eveneens in.
Nu is het natuurlijk altijd zo dat alle weekenden ervoor worden gekenmerkt door stralend weer en dan drijft er nota bene in de week voor de rit een ‘ongepast’ groot lage drukgebied binnen, met de kans op het frustreren van de rit of nog erger het frustreren van het aantal inschrijvingen.
Maar goed, ingeschreven is ingeschreven regen of geen regen, ik ga ervoor en altijd is er goede kans en hoop op weersverbetering.

Met Dick sprak vlak onder Zwolle af bij de Shell pomp ‘Wezep’; hij stond op de afgesproken tijd al met zijn co-piloot in een waterig zonnetje te wachten. Gezien de verwachtingen van de KNMI, welke trouwens, al naar gelang de apparatuur geavanceerder wordt steeds minder betrouwbaar lijken te worden, trokken we met goede moed op mooi weer samen op richting Utrecht om vanaf daar Ronald op te pikken.

Deze laatste reed deze keer met zijn buurvrouw als co-pilote en was mogelijk daardoor zo van de kook dat  hij meende te moeten gaan wachten op een plaats waar we hem zeker zouden hebben gemist, ware het niet ,dat we op het moment dat we kwamen aanrijden, nog net met zijn staartje zagen kwispelen.

Vervolgens togen we toch nog met z’n drieen brullend, met Ronald voorop, richting Hazerswoude. Daar ik als enige voorzien was van navigatie apparatuur, nuttig om vervelende-, en bovenal lastige verkeersstremmingen te omzeilen, lag het voor de hand dat ik voorop zou hebben moeten rijden.  Echter elke poging echter Ronald in te halen leed schipbreuk omdat hij steeds als ik wat inliep zijn 8 cylinder de sporen gaf; daarbij het al wat ouder wordende hert van Dick ver in het stof achterlatend.. Mede om die reden berustte ik in de tweede plaats in de zekerheid dat Dick en ik in elk geval de goede afslag zouden nemen. Ronald bleek echter toch ook zijn huiswerk te hebben gedaan en sloeg op de juiste plek af om over Boskoop naar Hazerswoude te gaan rijden. Deze omleiding was er gezien het feit dat op die dag een ongekend supertransport plaats ging vinden. Merkwaardig trouwens dat ze midden in het gebied van de “ Bible Belt ” uitgerekend op de zondag, en dan ook nog eens op onze zondag  deze drie transformator bakbeesten van elk 110,000 kg. gingen vervoeren. We zagen ze trouwens aan het einde van onze rit staan; wat een gigantische dingen waren dat en wat een organisatie moet dat zijn geweest om dat alles in goede banen te leiden.

Klokke elf uur stopten we bij “de Eglantier”, waar wat (door de preek?)  humeurig kerkvolk zich liep druk te maken over geluid en uitlaatgasgeuren. Vervolgens snel naar de koffie mede om de andere rijders te gaan begroeten, hetgeen snel voor de bakker was want we waren de eersten naast het bestuur, annex rit organisatie, bestaande uit Pieter en Jan.

Iets later kwam ook een engels stel erbij dat eerder in het jaar aan Pieter had gevraagd naar goede ritten tijdens hun vakantie in Nederland en wat is dan  een beter begin dan je dan aan te sluiten aan een rit die toch al wordt gereden…
Bleek dat naast ons drieen, de organisatie, de genoemde engelsen zich nog vijf andere equipes hadden ingeschreven; later voegde zich nog onaangekondigd  Emile Vincourt aan de groep toe, zodat de teller, inclusief de engelsen, op tien kwam te staan.

De rekensom maakt dat van de nu 181 leden er dus maar 9 Stags intekenden (= ~5 %); dan vraag ik me altijd af waar blijven c.q wat doen die andere leden dan toch? Maar goed, zij zullen nooit anders dan door dit verslag vernemen hoe leuk het was, en het was leuk...!

Na enig gebabbel en gebak scheepten we in om een fantastische rit te gaan hebben in dit, door fileleed geteisterde, gebied. Pieter had ons van tevoren gerustgesteld dat de routebeschrijving een‘eitje’ was; de enige moeilijkheidsgraad was dat de afstanden in kilometers (en mijlen) niet cumulatief erbij stonden vermeld zodat we onze rekenknobbel weer aardig hebben moeten benutten. Zo kwamen we ook langs Goejanverwelle, zonder sluis (?) waar we ook weer even de vaderlandse geschiedenis (canon) konden opfrissen . Maar goed prachtige wegen, ook zonder zon.

Ook nog vemeldenswaard is dat plaatsnamen (soms?) in de routebeschrijving ontbraken zodat we tenminste, als we het spoor bijster zouden raken, niet konden weten waar we naar toe moesten gaan. Dat brak ons in de buurt van Hoogvliet ,of was het Schiedam of Capelle  of Vlaardingen op, want waar was die vermaledijde Gravenweg die later ’s Gravenweg bleek te heten? Op zo’n moment helpt zelfs de navigatie apparatuur niet meer en had misschien zelfs wel een averechts effect omdat het het gezond verstand blokkeert.
Een en ander leidde ertoe dat wij ‘wat’ later op de lunch-pleisterplaats arriveerden; het enigszins wrange ‘faal’-gevoel werd echter snel goedgemaakt door een heerlijke vette kroket en een adequate pot bier.

Daarna weer koers gezet naar Hazerswoude; rechts en links van de weg kwamen we werkelijk overal afgezette wegen tegen; voorwaar een fantastische klus voor onze ritorganisatie om dat alles in onze routebeschrijving te omzeilen !! Rond vieren weer terug bij “de  Eglantier” om daar nog een Stag te begroeten die, helaas onaangekondigd, na ons vertrek bleek te zijn gearriveerd. Deze equipe had zelf de touwtjes maar in handen genomen en was zelf een rit gaan rijden om ook weer te eindigen in “de Eglantier” om aldaar toch nog samen met ons het glas te heffen.
Het bestuur zorgde voor heerlijke bitterballen waar op enig moment enkelen ervan, prompt door Dick aan de zwaartekracht werden blootgesteld ….voor straf moest hij ze zelf opeten; hij mocht ze althans niet terugleggen. Na het nuttigen van de laatste bal en het ledigen van het dito laatste glas  was het mooi geweest ; we groetten iedereen, dankten de organisatie en zetten weer met zijn drieen koers naar het noorden.

Bij Utrecht zwaaide Ronald af en net voor Zwolle namen we afscheid van Dick, om vervolgens veilig thuis aangekomen met genoegen terug te kijken op een heerlijke-, en geslaagde dag waarvoor nogmaals veel dank !!

Max Asjes