Noord Holland-rit 22 mei 2011

2011 NH 1-site285

2011 NH 2-site285

2011 NH 3-site285

2011 NH 4-site285

2011 NH 5-site285

2011 NH 6-site285

2011 NH 7-site285

2011 NH 8-site285

Stag Club Nederland lijkt zo zijn traditionals te krijgen. De Noord-Hollandrit lijkt ook zo'n  mooie traditie te worden. Op 25 april 2010 wisten Michel en Gerda van Schaijk ons langs de mooiste plekjes in het noordelijkste deel van de provincie Noord-Holland te voeren, terwijl dit jaar, op 22 mei, Douwe van der Noord ook weer zo'n prachtige rit voor SCN in petto bleek te hebben en weer met een "stukkie" cultuur!

Ondanks de voor sommigen verre aanreislengte wisten we met zo'n 14 Stag's toch redelijk op tijd ons te verzamelen op de Zaanse Schans in Zaanstad, of Zaandam voor de meesten van ons. 
Onze Stag's pasten als industrieel erfgoed uitstekend bij één van de oudste nijverheids- en industriegebieden van ons land. Bij aankomst sloten de deelnemers vanwege de fraaie, maar oh zo Hollandse, luchten toch maar voor de zekerheid het katoentje over hun bolides om ons daarna voor de bekende koffie met "punt" te begeven naar Restaurant de Kraai, dat daar in een authentieke voormalige 18e eeuwse Zaanse graanschuur is gevestigd. Daar ontmoettten we ook onze gids, een zeer enthousiaste en zeer erudiete geboren en getogen "Schanser".

Dichte Stag's bleek een goede beslissing te zijn geweest, want al snel bij de rondleiding werden de sluizen van de hemel opengezet en konden wijzelf vluchten in het klompenmuseum, waar we onder meer werden onderricht in het maken van een klomp. Dat lijkt eenvoudig, maar is voor ons waarschijnlijk niet als huisvlijt weggelegd, misschien ook wel omdat daar de afgelopen dikke honderd jaar toch ook wel wat machinerie-avant-la-lettre bij te pas komt.  Die regenbui bleek uiteindelijk de enige die dag te blijven, maar de lucht bleef mooi (maar niet blauw!).
De gids vergastte ons niet alleen op de prachtige authentieke houten panden, winkeltjes etc., maar ook op de mooiste verhalen van de Zaanse Schans en zijn vroegere bewoners, waar eigenlijk alle oergrootgrutters van oorsprong vandaan bleken te komen, uiteraard met de nodige onderlinge strubbelingen, die we nu concurrentie zouden noemen. Albert Heijn had daar zijn eerste winkeltje en vond stiekem dat zijn concurrent Simon de Wit lekkerder mosterd dan hijzelf verkocht, maar die liet hij natuurlijk door "de meid" kopen.

Zo maakten we ook kennis met het zogeheten "trilveen", dat z'n naam goed eer aan doet: springt één persoon even op, dan voel je tot in omtrek van meters de grond op een bijna onaangename manier onder je trillen. En dan te bedenken dat de meeste huizen daar en waarschijnlijk ook op andere veengronden drijvend (dus zonder geheide fundering) zijn gebouwd. Ook werden we ingewijd in enkele geheimen van windmolens en kwamen tot de ontdekking dat vele uitdrukkingen waarvan we eerder dachten dat die iets te doen hadden met zeilen, eigenlijk met windmolens te maken hebben. Zo heeft "Wind uit de zeilen" geen enkele vingerwijzing naar een zeilboot, maar naar een windmolen die op een onhandige manier vóór een andere molen werd gebouwd, die daarna minder wind in zijn zeilen (aan de molenwieken) kreeg.

We klampten ons zo vast aan de verhalen van onze gids, dat we uiteindelijk flink laat weer in onze Stag's stegen om onze toertocht door het unieke Werelderfgoedgebied De Beemster te rijden. De Beemster is een ongeschonden droogmakerij, als het ware in de achtertuin van Amsterdam en de Randstad en we waren steeds weer prettig verrast door de schoonheid van dat deel van Noord-Holland waar Douwe ons op tracteerde. Op een ontspannen wijze ronkten wij over de prachtige weggetjes en dijkjes die Noord-Holland zo rijk blijkt te zijn aan de hand van Douwe's beschrijving, die en passant historisch verantwoorde omgevingsinformatie verschafte. Soms gaf zijn feitelijke aanwezigheid voor sommigen wat extra houvast naast de beschrijving, maar wij  allen bleken zonder routekleerscheuren het lunchrestaurant "Het Wapen van Monster" in de Rijp te kunnen vinden. De Rijp heeft werkelijk pittoreske smalle straatjes, waar onze ronkende 8-cylinders prachtig op terugkaatsten, hetgeen voor de liefhebber een genot voor het oor is, maar dat niet door elke passant aldaar op prijs werd gesteld. Ze moesten het maar mooi vinden, want niet elke dag valt een dorp als De Rijp de eer te beurt een horde Stag's te mogen ontvangen! Na het restaurant te hebben ontdaan van zijn soep, kroketten en zo, vervolgden we ietwat gehaast De Rijp om De Beemster verder te verkennen. Douwe deed zijn belofte gestand dat onze Stag's ook nog een stukje zouden moeten zwemmen, maar gelukkig was dat niet in ons koelwater, maar op de veerpont van Akersloot, waar we het Noord-Hollandskanaal overstaken.

Inmiddels was het met al het moois dat we die dag hadden mogen beleven al zo laat geworden dat we in Bergen afscheid moesten nemen van onze gastheer Douwe onder onze dank voor de voortreffelijke dag, waarin we weer mochten kennismaken met een stukje Nederland waar je normaliter niet zo 1-2-3 komt.

Vervolgens ronkten we weer met onze herten huiswaarts met een slakkegangetje van 120 km/uur, waarbij de schrijver dezes nog vrolijk werd ingehaald door een collega-Stag, die nog meer kilometers voor de boeg had om de thuisbestemming te bereiken.
We verheugen ons nu al op de volgende rit van onze Noord-Hollandse ambassadeurs!

Pieter Jan Witvliet